verhalen
door Ineke van der Hoef

Mijn bouwjaar is 1954, je zal wel denken, hoe ken ik  Ineke van der Hoef?
Ik was 11 jaar toen ik samen met mijn ouders en mijn grootmoeder in 1965
in de Borniastraat kwam wonen en 15 jaar toen we weer vertrokken.
Reden: ons huis moest worden afgebroken.
In mijn directe omgeving waren geen leeftijdgenootjes.
Als ik er al één tegenkwam, dan zat die niet bij mij op de lagere school (Emanuel Murand) maar op de Jan van Nassau of de Aebinghaschool.
Wat ik mij herinner, is dat ik met een groepje veel jongere kinderen naar
het FVC-terrein ging, naar het Borniapark (mocht ik niet van mijn moeder), naar de Speeltuingebouwtje, waar wel eens een zigeunerfeest was en de Borniaspeeltuin. Als het winter was, trok ik vaak een sleetje met  een kind erop. De kleine Linda, kleindochter van broodbezorger Verra uit de Doniastraat, of een dochter van Van der Meulen uit de Borniastraat.
Annie of Hilly of Lammie. Ook de naam van Sita Borger herinner ik mij,
zij woonde meer aan het begin van de Borniastraat. We schaatsten op de Borniasloot. Toen het bouwterrein klaar gemaakt werd voor Triotel stond eens het weiland voor ons huis blank en dat bevroor. Daar hebben we ook op geschaatst. Met o.a. Wieger Buising, een klein jongetje met een hartkwaal de in de Doniastraat woonde. Hij is later geopereerd. Geen idee of hij nog leeft. Hij had nog een broertje en een zusje, waarvan ik de namen vergeten ben. Zijn vader was chauffeur op een drankenauto. Hij woonde in een van de laatst overgebleven huizen, die nu nog in de Doniastraat staan. In die tijd speelde ik ook met Simon Wiersma, jonger broertje van Arie Wiersma, hij was nogal aan de dikke kant en ik noemde hem oneerbieding"plumpudding".
Een eind verderop in de Doniastraat woonde ook Van der Zee, die
(of zijn zoon) nu nog een juwelierszaak in de Schrans heeft.
Verra de broodbezorger van bakkerij Draaijer uit de Frans van Mierisstraat
en ook Mevr. Brandsma, moeder van één van onze vorige burgemeesters. Chris Borger woonde er indertijd met zijn moeder. Op dat moment ook de familie Haagsma, ik speelde met Betty en Onno Haagsma, die direct naast Arie Wiersma hun huis hadden. Het echtpaar van Borsum Waalkens woonde er ergens tussen in. Zij waren van de kerk van artikel 31.
Hele beste mensen. Voor zover ik weet woont zij nog in Abbingahiem.
Arie Wiersma zie ik soms nog, die woont tegenover mijn tandarts in het Nijlân. Als ik hem zie hebben we het nog even over "die goeie ouwe tijd".
Ook Loodgieter Vos met zijn rode haardos kan ik mij herinneren. Onder de link Kaalslag en Sloop kan je zijn huis vinden. Het laatste wat afgebroken is. Trouwens, mijn woonhuis is onder die link ook te vinden. Pagina 24 en 25.
De laatste beelden van Borniastraat 51 voordat het helemaal gesloopt was. Wij vertrokken in 1969 naar het Nijlân. Na ons kwam er een kunstschilder in te wonen en daarna bij mijn weten een zeer kinderrijk gezin.
Aan het eind van de Doniastraat reed je in de Borniastraat tegen een wit-met-rood hek aan. Dat was een zgn. leugenbank. 's Avonds na het eten stond daar een groep "hangjongeren" (die term kenden we nog niet in die tijd).
Daar waren grote mannen bij als de tweeling Geert en Johan de Vries. (Helaas is één van die broers reeds overleden). Waar ze precies woonden weet ik niet meer. Ze waren lid van de Friesche Sierduiven Club, die opgericht was door mijn latere schoonvader Schelte Brandsma.
De Brandsma's woonden op nummer 115 in de Borniastraat. Zij woonden naast familie Twijnstra. Twijnstra werkte bij het abattoir en verkocht twee keer in de week pens aan huis voor de hond. Menigmaal toog ik met een emmertje met stinkende troep huiswaarts. En onze hond (zwarte cockerspaniel) maar smullen!
Dagelijks kwam ook Moeke Melein bij ons door de straat, al bellend. Op een keer hadden wij logés gehad uit Haarlem. Mijn oom was bezig de auto te pakken voordat ze weer naar huis gingen. Hij stond kromgebogen de bagage in de achterbak te laden. Ineens kwam hij hinnikend van de lach het huis binnen. Moeke Melein was langs gekomen en had zijn uitstekend zitvlak zeer uitdagend gevonden. Met haar handtas had zij  een paar ferme vegen uitgedeeld tot grote schrik en ontsteltenis van mijn oom, die er later de humor  wel van inzag.
Bij ons in de straat woonden naast ons de dames Spoelstra, ze hadden een geestelijk gehandicapte broer Leo, die op de tuinen van Jongma werkte in Huizum-Dorp. Tine was onderwijzeres aan de Johannes de Dooper in de Huizumerlaan. Richt deed de huishouding.
Richt rookte wel een (stiekum) een sigaartje.
Dat was niet bepaald vrouwelijk voor die tijd.
Toen ik er later ook zin aan kreeg, heb ik nog vaak aan haar gedacht.
Daarnaast woonde een ouder echtpaar, de heer en mevrouw Walpot, daarnaast iets van een garage, waar een melkboer(??) in zat.
Woonde er ook niet een heer  Borger tussen? En dan Fam. van der Meulen, met heel veel kinderen. Een echtpaar Wijnia met twee zoontjes.
Hij was bij de politie.
Aan de andere kant op nummer 53 (nu het eerste woonhuis van het oude gedeelte Borniastraat) woonde de familie van der Sloot met een stuk of 6 kinderen.  Martinus, Elias, Aukje, Tineke, allemaal waren ze ouder dan ik. Aukje zat op een school in Drachten en Elias was ziekenbroeder in het Diaconessenhuis.
Al met al vier fijne jaren uit een onschuldige kinderjeugd, doorgebracht in Huzum-Bornia, waar ik in 1981 weer keerde en sindsdien niet meer vertrokken ben, maar dat is een ander verhaal!!

Huzumer
Herinneringen vanuit de Borniastraat
Huizum-pagina